Hé Bel, Weet je nog die keer in Frankrijk? Dat we chips aten met tranen, maar ook zonder, en huilden zonder chips. Toen we, nadat we de ‘kaars van de dag’ op 3,2,1, of was het nou op 1,2,3, samen uitbliezen, sliepen met kruiken. We kruiden plukten, salie, rozemarijn, thijm (en een prei..). We roosterden op vuur. ‘Robuust’ kookten, omdat we op ‘rustiek’ maar niet kwamen. Bananen vind je goor, maar als ik het bruine afsnijd bak jij de pannenkoeken. Jij nam tradities mee van thuis (begin-van-de-wandeling-foto, eind-van-de-wandeling-foto), en ik bracht je thee op mijn manier. We puzzelden, schilderden niet, keken ons koudwatervrees onbevreesd maar met een gil in de ogen en doken, we lazen, veel, lachten meer, zo veel meer, hadden het over onze namen en of die passen, over vroeger, de liefde, de toekomst, verandering, hoop en wil. Kochten eten op de markt, hielden een modeshow. Renden met Negra, kogel stootten met stenen, en werden omringd door wilde zwijnen al konden we ze niet zien. En weet je nog, de dingen die we niet deden maar gebeurden; het versnellen van onze pas wanneer de heuvel naar beneden glooide, het opkijken van de bladzijde, staren in het vuur. Elkaar terug vinden op het veld, de lucht die van kleur verandert en ‘s nachts slapend in bed per ongeluk even elkaars hand vastpakken. ‘O nee, o nee’, met diezelfde hand voor je mond, je had het huis de laatste avond als verrassing willen verlichten met waxinelichtjes maar was het vergeten. Ik vloog springend van blijdschap in je armen. Omdat ik het idee misschien wel meer lief heb dan de uitvoering. De poging, daarin laten we onszelf zien, de uitkomst doet er niet toe. Daarna verzonnen we in bed een gedicht over de afgelopen twee weken. Hoewel de kunst van het leven vele vormen kent, die veelvormigheid mooi is en daarbij, een kunst op zich, hebben we elkaar met de vallei aan ons voeten meer dan eens verwonderd aangekeken en lachend gedacht ‘maar dit is het’; Le Sauvan, en haar trage tred vol levensenergie. Laten we terug gaan. Of. Laten we het pogen. Liefs, I love you
Hé Bel, Weet je nog die keer in Frankrijk? Dat we chips aten met tranen, maar ook zonder, en huilden zonder chips. Toen we, nadat we de ‘kaars van de dag’ op 3,2,1, of was het nou op 1,2,3, samen uitbliezen, sliepen met kruiken. We kruiden plukten, salie, rozemarijn, thijm (en een prei..). We roosterden op vuur. ‘Robuust’ kookten, omdat we op ‘rustiek’ maar niet kwamen. Bananen vind je goor, maar als ik het bruine afsnijd bak jij de pannenkoeken. Jij nam tradities mee van thuis (begin-van-de-wandeling-foto, eind-van-de-wandeling-foto), en ik bracht je thee op mijn manier. We puzzelden, schilderden niet, keken ons koudwatervrees onbevreesd maar met een gil in de ogen en doken, we lazen, veel, lachten meer, zo veel meer, hadden het over onze namen en of die passen, over vroeger, de liefde, de toekomst, verandering, hoop en wil. Kochten eten op de markt, hielden een modeshow. Renden met Negra, kogel stootten met stenen, en werden omringd door wilde zwijnen al konden we ze niet zien. En weet je nog, de dingen die we niet deden maar gebeurden; het versnellen van onze pas wanneer de heuvel naar beneden glooide, het opkijken van de bladzijde, staren in het vuur. Elkaar terug vinden op het veld, de lucht die van kleur verandert en ‘s nachts slapend in bed per ongeluk even elkaars hand vastpakken. ‘O nee, o nee’, met diezelfde hand voor je mond, je had het huis de laatste avond als verrassing willen verlichten met waxinelichtjes maar was het vergeten. Ik vloog springend van blijdschap in je armen. Omdat ik het idee misschien wel meer lief heb dan de uitvoering. De poging, daarin laten we onszelf zien, de uitkomst doet er niet toe. Daarna verzonnen we in bed een gedicht over de afgelopen twee weken. Hoewel de kunst van het leven vele vormen kent, die veelvormigheid mooi is en daarbij, een kunst op zich, hebben we elkaar met de vallei aan ons voeten meer dan eens verwonderd aangekeken en lachend gedacht ‘maar dit is het’; Le Sauvan, en haar trage tred vol levensenergie. Laten we terug gaan. Of. Laten we het pogen. Liefs, I love you
Hé Bel, Weet je nog die keer in Frankrijk? Dat we chips aten met tranen, maar ook zonder, en huilden zonder chips. Toen we, nadat we de ‘kaars van de dag’ op 3,2,1, of was het nou op 1,2,3, samen uitbliezen, sliepen met kruiken. We kruiden plukten, salie, rozemarijn, thijm (en een prei..). We roosterden op vuur. ‘Robuust’ kookten, omdat we op ‘rustiek’ maar niet kwamen. Bananen vind je goor, maar als ik het bruine afsnijd bak jij de pannenkoeken. Jij nam tradities mee van thuis (begin-van-de-wandeling-foto, eind-van-de-wandeling-foto), en ik bracht je thee op mijn manier. We puzzelden, schilderden niet, keken ons koudwatervrees onbevreesd maar met een gil in de ogen en doken, we lazen, veel, lachten meer, zo veel meer, hadden het over onze namen en of die passen, over vroeger, de liefde, de toekomst, verandering, hoop en wil. Kochten eten op de markt, hielden een modeshow. Renden met Negra, kogel stootten met stenen, en werden omringd door wilde zwijnen al konden we ze niet zien. En weet je nog, de dingen die we niet deden maar gebeurden; het versnellen van onze pas wanneer de heuvel naar beneden glooide, het opkijken van de bladzijde, staren in het vuur. Elkaar terug vinden op het veld, de lucht die van kleur verandert en ‘s nachts slapend in bed per ongeluk even elkaars hand vastpakken. ‘O nee, o nee’, met diezelfde hand voor je mond, je had het huis de laatste avond als verrassing willen verlichten met waxinelichtjes maar was het vergeten. Ik vloog springend van blijdschap in je armen. Omdat ik het idee misschien wel meer lief heb dan de uitvoering. De poging, daarin laten we onszelf zien, de uitkomst doet er niet toe. Daarna verzonnen we in bed een gedicht over de afgelopen twee weken. Hoewel de kunst van het leven vele vormen kent, die veelvormigheid mooi is en daarbij, een kunst op zich, hebben we elkaar met de vallei aan ons voeten meer dan eens verwonderd aangekeken en lachend gedacht ‘maar dit is het’; Le Sauvan, en haar trage tred vol levensenergie. Laten we terug gaan. Of. Laten we het pogen. Liefs, I love you
Hé Bel, Weet je nog die keer in Frankrijk? Dat we chips aten met tranen, maar ook zonder, en huilden zonder chips. Toen we, nadat we de ‘kaars van de dag’ op 3,2,1, of was het nou op 1,2,3, samen uitbliezen, sliepen met kruiken. We kruiden plukten, salie, rozemarijn, thijm (en een prei..). We roosterden op vuur. ‘Robuust’ kookten, omdat we op ‘rustiek’ maar niet kwamen. Bananen vind je goor, maar als ik het bruine afsnijd bak jij de pannenkoeken. Jij nam tradities mee van thuis (begin-van-de-wandeling-foto, eind-van-de-wandeling-foto), en ik bracht je thee op mijn manier. We puzzelden, schilderden niet, keken ons koudwatervrees onbevreesd maar met een gil in de ogen en doken, we lazen, veel, lachten meer, zo veel meer, hadden het over onze namen en of die passen, over vroeger, de liefde, de toekomst, verandering, hoop en wil. Kochten eten op de markt, hielden een modeshow. Renden met Negra, kogel stootten met stenen, en werden omringd door wilde zwijnen al konden we ze niet zien. En weet je nog, de dingen die we niet deden maar gebeurden; het versnellen van onze pas wanneer de heuvel naar beneden glooide, het opkijken van de bladzijde, staren in het vuur. Elkaar terug vinden op het veld, de lucht die van kleur verandert en ‘s nachts slapend in bed per ongeluk even elkaars hand vastpakken. ‘O nee, o nee’, met diezelfde hand voor je mond, je had het huis de laatste avond als verrassing willen verlichten met waxinelichtjes maar was het vergeten. Ik vloog springend van blijdschap in je armen. Omdat ik het idee misschien wel meer lief heb dan de uitvoering. De poging, daarin laten we onszelf zien, de uitkomst doet er niet toe. Daarna verzonnen we in bed een gedicht over de afgelopen twee weken. Hoewel de kunst van het leven vele vormen kent, die veelvormigheid mooi is en daarbij, een kunst op zich, hebben we elkaar met de vallei aan ons voeten meer dan eens verwonderd aangekeken en lachend gedacht ‘maar dit is het’; Le Sauvan, en haar trage tred vol levensenergie. Laten we terug gaan. Of. Laten we het pogen. Liefs, I love you
Hé Bel, Weet je nog die keer in Frankrijk? Dat we chips aten met tranen, maar ook zonder, en huilden zonder chips. Toen we, nadat we de ‘kaars van de dag’ op 3,2,1, of was het nou op 1,2,3, samen uitbliezen, sliepen met kruiken. We kruiden plukten, salie, rozemarijn, thijm (en een prei..). We roosterden op vuur. ‘Robuust’ kookten, omdat we op ‘rustiek’ maar niet kwamen. Bananen vind je goor, maar als ik het bruine afsnijd bak jij de pannenkoeken. Jij nam tradities mee van thuis (begin-van-de-wandeling-foto, eind-van-de-wandeling-foto), en ik bracht je thee op mijn manier. We puzzelden, schilderden niet, keken ons koudwatervrees onbevreesd maar met een gil in de ogen en doken, we lazen, veel, lachten meer, zo veel meer, hadden het over onze namen en of die passen, over vroeger, de liefde, de toekomst, verandering, hoop en wil. Kochten eten op de markt, hielden een modeshow. Renden met Negra, kogel stootten met stenen, en werden omringd door wilde zwijnen al konden we ze niet zien. En weet je nog, de dingen die we niet deden maar gebeurden; het versnellen van onze pas wanneer de heuvel naar beneden glooide, het opkijken van de bladzijde, staren in het vuur. Elkaar terug vinden op het veld, de lucht die van kleur verandert en ‘s nachts slapend in bed per ongeluk even elkaars hand vastpakken. ‘O nee, o nee’, met diezelfde hand voor je mond, je had het huis de laatste avond als verrassing willen verlichten met waxinelichtjes maar was het vergeten. Ik vloog springend van blijdschap in je armen. Omdat ik het idee misschien wel meer lief heb dan de uitvoering. De poging, daarin laten we onszelf zien, de uitkomst doet er niet toe. Daarna verzonnen we in bed een gedicht over de afgelopen twee weken. Hoewel de kunst van het leven vele vormen kent, die veelvormigheid mooi is en daarbij, een kunst op zich, hebben we elkaar met de vallei aan ons voeten meer dan eens verwonderd aangekeken en lachend gedacht ‘maar dit is het’; Le Sauvan, en haar trage tred vol levensenergie. Laten we terug gaan. Of. Laten we het pogen. Liefs, I love you
Hé Bel, Weet je nog die keer in Frankrijk? Dat we chips aten met tranen, maar ook zonder, en huilden zonder chips. Toen we, nadat we de ‘kaars van de dag’ op 3,2,1, of was het nou op 1,2,3, samen uitbliezen, sliepen met kruiken. We kruiden plukten, salie, rozemarijn, thijm (en een prei..). We roosterden op vuur. ‘Robuust’ kookten, omdat we op ‘rustiek’ maar niet kwamen. Bananen vind je goor, maar als ik het bruine afsnijd bak jij de pannenkoeken. Jij nam tradities mee van thuis (begin-van-de-wandeling-foto, eind-van-de-wandeling-foto), en ik bracht je thee op mijn manier. We puzzelden, schilderden niet, keken ons koudwatervrees onbevreesd maar met een gil in de ogen en doken, we lazen, veel, lachten meer, zo veel meer, hadden het over onze namen en of die passen, over vroeger, de liefde, de toekomst, verandering, hoop en wil. Kochten eten op de markt, hielden een modeshow. Renden met Negra, kogel stootten met stenen, en werden omringd door wilde zwijnen al konden we ze niet zien. En weet je nog, de dingen die we niet deden maar gebeurden; het versnellen van onze pas wanneer de heuvel naar beneden glooide, het opkijken van de bladzijde, staren in het vuur. Elkaar terug vinden op het veld, de lucht die van kleur verandert en ‘s nachts slapend in bed per ongeluk even elkaars hand vastpakken. ‘O nee, o nee’, met diezelfde hand voor je mond, je had het huis de laatste avond als verrassing willen verlichten met waxinelichtjes maar was het vergeten. Ik vloog springend van blijdschap in je armen. Omdat ik het idee misschien wel meer lief heb dan de uitvoering. De poging, daarin laten we onszelf zien, de uitkomst doet er niet toe. Daarna verzonnen we in bed een gedicht over de afgelopen twee weken. Hoewel de kunst van het leven vele vormen kent, die veelvormigheid mooi is en daarbij, een kunst op zich, hebben we elkaar met de vallei aan ons voeten meer dan eens verwonderd aangekeken en lachend gedacht ‘maar dit is het’; Le Sauvan, en haar trage tred vol levensenergie. Laten we terug gaan. Of. Laten we het pogen. Liefs, I love you
Hé Bel, Weet je nog die keer in Frankrijk? Dat we chips aten met tranen, maar ook zonder, en huilden zonder chips. Toen we, nadat we de ‘kaars van de dag’ op 3,2,1, of was het nou op 1,2,3, samen uitbliezen, sliepen met kruiken. We kruiden plukten, salie, rozemarijn, thijm (en een prei..). We roosterden op vuur. ‘Robuust’ kookten, omdat we op ‘rustiek’ maar niet kwamen. Bananen vind je goor, maar als ik het bruine afsnijd bak jij de pannenkoeken. Jij nam tradities mee van thuis (begin-van-de-wandeling-foto, eind-van-de-wandeling-foto), en ik bracht je thee op mijn manier. We puzzelden, schilderden niet, keken ons koudwatervrees onbevreesd maar met een gil in de ogen en doken, we lazen, veel, lachten meer, zo veel meer, hadden het over onze namen en of die passen, over vroeger, de liefde, de toekomst, verandering, hoop en wil. Kochten eten op de markt, hielden een modeshow. Renden met Negra, kogel stootten met stenen, en werden omringd door wilde zwijnen al konden we ze niet zien. En weet je nog, de dingen die we niet deden maar gebeurden; het versnellen van onze pas wanneer de heuvel naar beneden glooide, het opkijken van de bladzijde, staren in het vuur. Elkaar terug vinden op het veld, de lucht die van kleur verandert en ‘s nachts slapend in bed per ongeluk even elkaars hand vastpakken. ‘O nee, o nee’, met diezelfde hand voor je mond, je had het huis de laatste avond als verrassing willen verlichten met waxinelichtjes maar was het vergeten. Ik vloog springend van blijdschap in je armen. Omdat ik het idee misschien wel meer lief heb dan de uitvoering. De poging, daarin laten we onszelf zien, de uitkomst doet er niet toe. Daarna verzonnen we in bed een gedicht over de afgelopen twee weken. Hoewel de kunst van het leven vele vormen kent, die veelvormigheid mooi is en daarbij, een kunst op zich, hebben we elkaar met de vallei aan ons voeten meer dan eens verwonderd aangekeken en lachend gedacht ‘maar dit is het’; Le Sauvan, en haar trage tred vol levensenergie. Laten we terug gaan. Of. Laten we het pogen. Liefs, I love you
Hé Bel, Weet je nog die keer in Frankrijk? Dat we chips aten met tranen, maar ook zonder, en huilden zonder chips. Toen we, nadat we de ‘kaars van de dag’ op 3,2,1, of was het nou op 1,2,3, samen uitbliezen, sliepen met kruiken. We kruiden plukten, salie, rozemarijn, thijm (en een prei..). We roosterden op vuur. ‘Robuust’ kookten, omdat we op ‘rustiek’ maar niet kwamen. Bananen vind je goor, maar als ik het bruine afsnijd bak jij de pannenkoeken. Jij nam tradities mee van thuis (begin-van-de-wandeling-foto, eind-van-de-wandeling-foto), en ik bracht je thee op mijn manier. We puzzelden, schilderden niet, keken ons koudwatervrees onbevreesd maar met een gil in de ogen en doken, we lazen, veel, lachten meer, zo veel meer, hadden het over onze namen en of die passen, over vroeger, de liefde, de toekomst, verandering, hoop en wil. Kochten eten op de markt, hielden een modeshow. Renden met Negra, kogel stootten met stenen, en werden omringd door wilde zwijnen al konden we ze niet zien. En weet je nog, de dingen die we niet deden maar gebeurden; het versnellen van onze pas wanneer de heuvel naar beneden glooide, het opkijken van de bladzijde, staren in het vuur. Elkaar terug vinden op het veld, de lucht die van kleur verandert en ‘s nachts slapend in bed per ongeluk even elkaars hand vastpakken. ‘O nee, o nee’, met diezelfde hand voor je mond, je had het huis de laatste avond als verrassing willen verlichten met waxinelichtjes maar was het vergeten. Ik vloog springend van blijdschap in je armen. Omdat ik het idee misschien wel meer lief heb dan de uitvoering. De poging, daarin laten we onszelf zien, de uitkomst doet er niet toe. Daarna verzonnen we in bed een gedicht over de afgelopen twee weken. Hoewel de kunst van het leven vele vormen kent, die veelvormigheid mooi is en daarbij, een kunst op zich, hebben we elkaar met de vallei aan ons voeten meer dan eens verwonderd aangekeken en lachend gedacht ‘maar dit is het’; Le Sauvan, en haar trage tred vol levensenergie. Laten we terug gaan. Of. Laten we het pogen. Liefs, I love you
Hé Bel, Weet je nog die keer in Frankrijk? Dat we chips aten met tranen, maar ook zonder, en huilden zonder chips. Toen we, nadat we de ‘kaars van de dag’ op 3,2,1, of was het nou op 1,2,3, samen uitbliezen, sliepen met kruiken. We kruiden plukten, salie, rozemarijn, thijm (en een prei..). We roosterden op vuur. ‘Robuust’ kookten, omdat we op ‘rustiek’ maar niet kwamen. Bananen vind je goor, maar als ik het bruine afsnijd bak jij de pannenkoeken. Jij nam tradities mee van thuis (begin-van-de-wandeling-foto, eind-van-de-wandeling-foto), en ik bracht je thee op mijn manier. We puzzelden, schilderden niet, keken ons koudwatervrees onbevreesd maar met een gil in de ogen en doken, we lazen, veel, lachten meer, zo veel meer, hadden het over onze namen en of die passen, over vroeger, de liefde, de toekomst, verandering, hoop en wil. Kochten eten op de markt, hielden een modeshow. Renden met Negra, kogel stootten met stenen, en werden omringd door wilde zwijnen al konden we ze niet zien. En weet je nog, de dingen die we niet deden maar gebeurden; het versnellen van onze pas wanneer de heuvel naar beneden glooide, het opkijken van de bladzijde, staren in het vuur. Elkaar terug vinden op het veld, de lucht die van kleur verandert en ‘s nachts slapend in bed per ongeluk even elkaars hand vastpakken. ‘O nee, o nee’, met diezelfde hand voor je mond, je had het huis de laatste avond als verrassing willen verlichten met waxinelichtjes maar was het vergeten. Ik vloog springend van blijdschap in je armen. Omdat ik het idee misschien wel meer lief heb dan de uitvoering. De poging, daarin laten we onszelf zien, de uitkomst doet er niet toe. Daarna verzonnen we in bed een gedicht over de afgelopen twee weken. Hoewel de kunst van het leven vele vormen kent, die veelvormigheid mooi is en daarbij, een kunst op zich, hebben we elkaar met de vallei aan ons voeten meer dan eens verwonderd aangekeken en lachend gedacht ‘maar dit is het’; Le Sauvan, en haar trage tred vol levensenergie. Laten we terug gaan. Of. Laten we het pogen. Liefs, I love you
Hé Bel, Weet je nog die keer in Frankrijk? Dat we chips aten met tranen, maar ook zonder, en huilden zonder chips. Toen we, nadat we de ‘kaars van de dag’ op 3,2,1, of was het nou op 1,2,3, samen uitbliezen, sliepen met kruiken. We kruiden plukten, salie, rozemarijn, thijm (en een prei..). We roosterden op vuur. ‘Robuust’ kookten, omdat we op ‘rustiek’ maar niet kwamen. Bananen vind je goor, maar als ik het bruine afsnijd bak jij de pannenkoeken. Jij nam tradities mee van thuis (begin-van-de-wandeling-foto, eind-van-de-wandeling-foto), en ik bracht je thee op mijn manier. We puzzelden, schilderden niet, keken ons koudwatervrees onbevreesd maar met een gil in de ogen en doken, we lazen, veel, lachten meer, zo veel meer, hadden het over onze namen en of die passen, over vroeger, de liefde, de toekomst, verandering, hoop en wil. Kochten eten op de markt, hielden een modeshow. Renden met Negra, kogel stootten met stenen, en werden omringd door wilde zwijnen al konden we ze niet zien. En weet je nog, de dingen die we niet deden maar gebeurden; het versnellen van onze pas wanneer de heuvel naar beneden glooide, het opkijken van de bladzijde, staren in het vuur. Elkaar terug vinden op het veld, de lucht die van kleur verandert en ‘s nachts slapend in bed per ongeluk even elkaars hand vastpakken. ‘O nee, o nee’, met diezelfde hand voor je mond, je had het huis de laatste avond als verrassing willen verlichten met waxinelichtjes maar was het vergeten. Ik vloog springend van blijdschap in je armen. Omdat ik het idee misschien wel meer lief heb dan de uitvoering. De poging, daarin laten we onszelf zien, de uitkomst doet er niet toe. Daarna verzonnen we in bed een gedicht over de afgelopen twee weken. Hoewel de kunst van het leven vele vormen kent, die veelvormigheid mooi is en daarbij, een kunst op zich, hebben we elkaar met de vallei aan ons voeten meer dan eens verwonderd aangekeken en lachend gedacht ‘maar dit is het’; Le Sauvan, en haar trage tred vol levensenergie. Laten we terug gaan. Of. Laten we het pogen. Liefs, I love you
Le Sauvan; -paarden en ezels, -een viervoeter en een graafmachine, -hout halen, vuur maken, -ochtendwandelen in pyjama, Belle die nog slaapt, -roze luchten, -zwemmen in de rivier, -aardappels uit de haard, -thijm plukken, -een konijn in de bosjes, -en het ontbrekende stukje🙂❤️
Le Sauvan; -paarden en ezels, -een viervoeter en een graafmachine, -hout halen, vuur maken, -ochtendwandelen in pyjama, Belle die nog slaapt, -roze luchten, -zwemmen in de rivier, -aardappels uit de haard, -thijm plukken, -een konijn in de bosjes, -en het ontbrekende stukje🙂❤️
Le Sauvan; -paarden en ezels, -een viervoeter en een graafmachine, -hout halen, vuur maken, -ochtendwandelen in pyjama, Belle die nog slaapt, -roze luchten, -zwemmen in de rivier, -aardappels uit de haard, -thijm plukken, -een konijn in de bosjes, -en het ontbrekende stukje🙂❤️
Le Sauvan; -paarden en ezels, -een viervoeter en een graafmachine, -hout halen, vuur maken, -ochtendwandelen in pyjama, Belle die nog slaapt, -roze luchten, -zwemmen in de rivier, -aardappels uit de haard, -thijm plukken, -een konijn in de bosjes, -en het ontbrekende stukje🙂❤️
Le Sauvan; -paarden en ezels, -een viervoeter en een graafmachine, -hout halen, vuur maken, -ochtendwandelen in pyjama, Belle die nog slaapt, -roze luchten, -zwemmen in de rivier, -aardappels uit de haard, -thijm plukken, -een konijn in de bosjes, -en het ontbrekende stukje🙂❤️
Le Sauvan; -paarden en ezels, -een viervoeter en een graafmachine, -hout halen, vuur maken, -ochtendwandelen in pyjama, Belle die nog slaapt, -roze luchten, -zwemmen in de rivier, -aardappels uit de haard, -thijm plukken, -een konijn in de bosjes, -en het ontbrekende stukje🙂❤️
Le Sauvan; -paarden en ezels, -een viervoeter en een graafmachine, -hout halen, vuur maken, -ochtendwandelen in pyjama, Belle die nog slaapt, -roze luchten, -zwemmen in de rivier, -aardappels uit de haard, -thijm plukken, -een konijn in de bosjes, -en het ontbrekende stukje🙂❤️
Le Sauvan; -paarden en ezels, -een viervoeter en een graafmachine, -hout halen, vuur maken, -ochtendwandelen in pyjama, Belle die nog slaapt, -roze luchten, -zwemmen in de rivier, -aardappels uit de haard, -thijm plukken, -een konijn in de bosjes, -en het ontbrekende stukje🙂❤️
Le Sauvan; -paarden en ezels, -een viervoeter en een graafmachine, -hout halen, vuur maken, -ochtendwandelen in pyjama, Belle die nog slaapt, -roze luchten, -zwemmen in de rivier, -aardappels uit de haard, -thijm plukken, -een konijn in de bosjes, -en het ontbrekende stukje🙂❤️
Le Sauvan; -paarden en ezels, -een viervoeter en een graafmachine, -hout halen, vuur maken, -ochtendwandelen in pyjama, Belle die nog slaapt, -roze luchten, -zwemmen in de rivier, -aardappels uit de haard, -thijm plukken, -een konijn in de bosjes, -en het ontbrekende stukje🙂❤️
IT TAKES TWO TO TANDEM door het weiland, langs de hemel en de boer op zoek naar een plek om de rivier te betreden. Ik keek naar eenden daar waar vogels vlogen en gezien zwemmen nagenoeg onmogelijk bleek dompelden we in onder water uiterwaarden. De ketting vloog er onderwijl drie keer af, ik deed soms ook iets, op foto’s maken na, maar niet veel. Vermoedelijke wintertenen warmen bij de haard (Belle vertelt me elke dag minstens één anekdote van ‘Alone’, een survival programma, ik ben nog steeds betrekkelijk geïnteresseerd), (de) dingen op een rijtje gezet en toen Le Moulin Rouge.
IT TAKES TWO TO TANDEM door het weiland, langs de hemel en de boer op zoek naar een plek om de rivier te betreden. Ik keek naar eenden daar waar vogels vlogen en gezien zwemmen nagenoeg onmogelijk bleek dompelden we in onder water uiterwaarden. De ketting vloog er onderwijl drie keer af, ik deed soms ook iets, op foto’s maken na, maar niet veel. Vermoedelijke wintertenen warmen bij de haard (Belle vertelt me elke dag minstens één anekdote van ‘Alone’, een survival programma, ik ben nog steeds betrekkelijk geïnteresseerd), (de) dingen op een rijtje gezet en toen Le Moulin Rouge.
IT TAKES TWO TO TANDEM door het weiland, langs de hemel en de boer op zoek naar een plek om de rivier te betreden. Ik keek naar eenden daar waar vogels vlogen en gezien zwemmen nagenoeg onmogelijk bleek dompelden we in onder water uiterwaarden. De ketting vloog er onderwijl drie keer af, ik deed soms ook iets, op foto’s maken na, maar niet veel. Vermoedelijke wintertenen warmen bij de haard (Belle vertelt me elke dag minstens één anekdote van ‘Alone’, een survival programma, ik ben nog steeds betrekkelijk geïnteresseerd), (de) dingen op een rijtje gezet en toen Le Moulin Rouge.
IT TAKES TWO TO TANDEM door het weiland, langs de hemel en de boer op zoek naar een plek om de rivier te betreden. Ik keek naar eenden daar waar vogels vlogen en gezien zwemmen nagenoeg onmogelijk bleek dompelden we in onder water uiterwaarden. De ketting vloog er onderwijl drie keer af, ik deed soms ook iets, op foto’s maken na, maar niet veel. Vermoedelijke wintertenen warmen bij de haard (Belle vertelt me elke dag minstens één anekdote van ‘Alone’, een survival programma, ik ben nog steeds betrekkelijk geïnteresseerd), (de) dingen op een rijtje gezet en toen Le Moulin Rouge.